Terug
Inside/Outside


Op woensdagochtend werd Frank niet gewekt door het langsrazende verkeer op West Cromwell Road. Hij had een onrustige nacht gehad. Het zweet liep voortdurend over zijn naakte lichaam na weer een angstige droom. Om half acht sprong hij zijn bed uit, zette de ouderwetse tv aan en zapte binnen tien seconden langs drie ontbijtshows. Hij bestudeerde zijn goedgebouwde lichaam in de spiegel en keek goedkeurend naar de krachtige straal die via zijn halfgezwollen geslachtsorgaan de wastafel vulde. Hij was te lui om het toilet op de gang op te zoeken. Na een korte douche liep hij naar de ontbijtzaal die recht tegenover zijn kamer lag. Hij groette de stuurse Oost-Europsese vrouw die maar een enkel woord Engels scheen te spreken en dronk gretig een kop thee. Hij dwong zich wat toast met jam te eten, maar keerde na nauwelijks meer dan twintig minuten terug naar zijn kamer, waar hij zich al helemaal thuis was gaan voelen. Hij bekeek het papiertje waarop het adres stond hoewel hij de inhoud kon dromen. Inmiddels transpireerde hij zo dat hij even overwoog om opnieuw een douche te nemen. Hij ging echter op het bed zitten en haalde diep adem. Klokslag 11.00 uur verliet hij met zijn zware, maar verder onopvallende, tas het hotel in de richting van underground station Earls Court. Natuurlijk had Frank meteen na het horen van het afleveradres gekeken waar hij zijn moest. Zijn hotel bleek maar enkele metrostations verwijderd te zijn van de plek waar hij zijn gevaarlijke bagage kwijt zou raken. Hij had er niet toe kunnen komen om de kust te verkennen. Het leek hem vragen om moeilijkheden; hoe minder hij opviel hoe beter, dus was het ook verstandig dat zo weinig mogelijk mensen hem in het winkelcentrum zouden zien. Hij vertrouwde erop dat hij het makkelijk zou kunnen vinden. Hij had een Oyster Card aangeschaft, de Engelse OV-chipcard, waardoor hij geen kaartjes hoefde te kopen voor het openbaar vervoer. Hij liep langs de lange rij toeristen die wel een kaartje moesten kopen, aangestaard en soms lastig gevallen door een wonderlijke collectie alcoholisten, junks en heroïnehoertjes. Ze moesten eens weten wat ik in mijn tas heb, dacht Frank grinnikend. Hij liep zo kalm als hij kon naar beneden en stapte in de metro van de District Line die hem binnen tien minuten afzette op het perron van station Queensway. Via de lift ging hij naar boven. Frank hield ervan om zich iedere keer weer te laten verrassen wanneer hij een metrostation verliet. De uitgang van dit station bevond zich op de hoek van Queensway met aan de rechterzijde een park. Het was dus simpel om te bedenken welke richting hij moest volgen om het winkelcentrum te bereiken.
Terug